Achtergrond

Moord op peuter Robin Bogers bezorgt betrokkenen 25 jaar na dato nog stééds rillingen

robin bogers true crime dossiers

De vermissing van Robin Bogers werd 25 jaar geleden landelijk nieuws. Op 24 april 1996 werd de 3-jarige peuter vermoord en gedumpt in een afvalcontainer, waarna haar lichaam gevonden werd op een vuilstort bij Zevenbergen.

“Dan gaan de rillingen over je lichaam”

Op aanwijzing van de hoofdverdachte Trudy J. (de overbuurvrouw van de familie Bogers) verzamelden politieagenten en militairen op 5 mei 1996 minutieus het verzamelde huisvuil uit Breda op de vuilstort. Onderzoeksleider Walther Hoosemans herinnert het zich nog goed, zo vertelt hij aan Omroep Brabant: “Het is heel dubbel. Je hoopt dat je niets vindt. En dan vind je toch iets. Heel gruwelijk. We vonden een voetje in een schoentje. In je achterhoofd weet je al dat het van het kind is. Dan gaan de rillingen over je lichaam.”

Na de vondst van het lichaampje bekende Trudy J. dat ze Robin door verstikking om het leven had gebracht, waarna ze het lichaam in de ‘kliko’ stopte. Het 3-jarige meisje was op de bewuste dag pannenkoeken gaan eten bij de daadster. Uiteindelijk werd die veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf.

Wijze lessen geleerd

Er bestonden destijds nog geen opsporingsdiensten als bijvoorbeeld Amber Alert, maar de politie heeft wel wijze lessen getrokken uit de moord op Robin Bogers: “We hebben er toen van geleerd. Bij een kapitaal delict – dus een ernstig misdrijf – moet het huisvuil worden onderzocht. Als mensen iets willen verbergen, dan wordt het vaak bij het vuilnis gegooid. Dus in dit soort zaken van vermissing wordt voortaan gelijk het vuilnis veiliggesteld voor onderzoek.”

De vondst van het lichaam van de peuter hakte er diep in bij de agenten en militairen die het huisvuil doorzochten: “Jonge politiemensen en rechercheurs hebben daar echt een trauma aan overgehouden. Bedrijfsopvangteams met psychologen bestonden toen nog niet. Het was toen ‘we zijn stoer en gaan door’. Uiteindelijk heeft een aantal collega’s hierdoor gekozen voor een andere functie.”

“De ergste nachtmerrie”

Ook onderzoeksleider Hoosemans zelf heeft er het een en ander aan overgehouden: “Dit soort zaken vergeet je niet. Waarbij je de ouders moet gaan vertellen dat je een stukje van hun kind hebt gevonden. Inderdaad. De ergste nachtmerrie. Voor elke moeder, vader, oma of opa.”