Op zaterdag 29 augustus 2020 in Venlo vermoordde student Cas A. (26) zijn moeder (57) op gruwelijke wijze. De dagen voorafgaand aan zijn daad werd hij overspoeld met waanideeën en afgelopen donderdag stond hij voor de rechtbank in Roermond.
Twee à drie joints per dag
Daar werd duidelijk welk drama zich eind-augustus afspeelde in Limburg. Vóór de lockdown in het voorjaar van 2020 leidt A. namelijk een betrekkelijk normaal leventje: hij woont op zichzelf, is al een paar keer begonnen met een nieuwe studie en zit inmiddels in het tweede jaar van zijn opleiding. Na de uitbraak van het coronavirus gaat het echter mis met Cas, hij raakt namelijk depressief. Om zichzelf er weer bovenop te krijgen mediteert hij, valt hij af én blowt hij.
Dat laatste doet hij al sinds zijn vijftiende, maar inmiddels rookt hij twee tot drie joints per dag. Tussen maart en augustus 2020 bezoekt hij liefst 154 keer de coffeeshop in zijn woonplaats Den Haag. Experts concluderen later: “A. is een einzelgänger die het moeilijk vindt om zijn emoties te tonen en te delen met anderen.”
Reïncarnatie van Adolf Hitler
Op de zondag voor de moord gebruikt Cas A. in zijn eentje truffels, iets wat hij twee keer eerder heeft gedaan. Dit keer gaat het echter mis, want de trip lijkt niet over te gaan. A. raakt in die dagen verstrikt in paranoïde, grootheids-, religieuze- en betrekkingswanen. Hij hoort stemmen die zeggen wat hij moet doen en denkt met God te communiceren. Op een gegeven moment voelt hij zich zelfs de reïncarnatie van Adolf Hitler. Ook denkt hij dat hij deel uitmaakt van een spel, een soort ‘Gotcha’ (een studentenspel, red.). Iedere deelnemer krijgt iemand aangewezen die ‘vermoord’ moet worden, met een waterpistool bijvoorbeeld.
Op zaterdag 29 augustus 2020 bezoekt A. samen met zijn moeder en zijn achterneef een pannenkoekenhuis, maar Cas krijgt de indruk dat hij ‘naar een kruisiging wordt gebracht’. Na het eten gaat het drietal naar het huis van de achterneef, die zelf eerst een feestje bezoekt, aan de Ferdinand Bolstraat in Venlo. Daar gaat het gruwelijk mis. Op bed probeert Cas zichzelf te verstikken door zijn adem in te houden en zijn moeder krijgt door dat het niet goed gaat. De achterneef komt thuis van zijn feestje en A. schreeuwt: “Jullie maken alles kapot, jullie maken de hele wereld kapot!”
Moeder móét dood
Cas krijgt opeens het idee dat ‘zijn moeder dood moet om te voorkomen dat het universum tot stilstand komt’. Aanvankelijk wil hij dat zijn achterneef de moord pleegt en hij duwt hem de trap af naar buiten. De achterneef probeert de politie te bellen en Cas’ moeder doet een poging om haar zoon te kalmeren. A. knuffelt zijn moeder en leidt haar naar binnen, waarna hij in de keuken een mes pakt en haar de keel doorsnijdt. Vervolgens verminkt hij haar op gruwelijke wijze ‘omdat hij zeker wil weten dat ze dood is’. Een toegesnelde politieagent ziet door het raam hoe Cas naakt en geknield naast het lichaam zit, omringd door bloed.
‘Ik zie mijn kleine broertje’
In de rechtbank kwam de zus van Cas A. aan het woord: “Ik zie hier voor me geen dader, maar mijn kleine broertje waar ik niet anders voor voel dan liefde. Vanaf eerste moment heb ik gezegd dat het niet mijn broertje is geweest die dit heeft gedaan. Ik weet dat als mijn broertje ook maar een fractie aanwezig was geweest op dat moment, dit nooit was gebeurd. Ik hoop dat er niet alleen gekeken wordt naar een dader, maar ook naar een slachtoffer, een zoon die zijn moeder is verloren en een jongen die nog veel te verwerken heeft. Ik geloof dat er behandeling nodig is om ervoor te zorgen dat zoiets nooit meer kan gebeuren. Een behandeling zodat hij alles kan verwerken.”
Het Openbaar Ministerie eiste drie jaar celstraf en tbs met dwangverpleging. De officier van justitie achtte A. verminderd toerekeningsvatbaar.