Australië is volledig in de ban van een moordmysterie dat wel 70 jaar oud is én wel wat wegheeft van een spannende Netflix-serie. Het lichaam van een nog altijd onbekende man is opgegraven, in een poging de zaak op te lossen met behulp van nieuwe DNA-technieken.
Opmerkelijke voorwerpen
Op 1 december 1948 werd op het strand bij Somerton, dicht bij de Zuid-Australische stad Adelaide, het lichaam gevonden van een man. Hij had niets bij zich waarmee hij geïdentificeerd kon worden, maar wel een paar… opmerkelijke voorwerpen.
Hij had bijvoorbeeld een koffer bij zich vol met kleding waaruit álle labels verwijderd waren. Daarnaast had hij de dichtbundel ‘Rubaiyat’ van Omar Khayyam in zijn bezit. Daarin waren de woorden ’tamám Shud’ uitgescheurd, wat in het Farsi ‘afgelopen’ of ‘beëindigd’ betekent.
Spion tijdens de Koude Oorlog?
In 1948 werd de zaak al beschouwd als een groot mysterie en zelfs tot vandaag de dag blijft de onbekende identiteit en de geheimzinnige omstandigheden rondom de dood van de ‘John Doe’ het Australische volk boeien. Voor de opgraving was dan ook ontzettend veel belangstelling.
De massale interesse komt mede door de tijdsperiode waarin het lichaam gevonden werd, tijdens de Koude Oorlog. Sommigen vermoeden dat de man misschien wel een spion was. Daar komt het briefje met daarop ‘een vreemde taal’ nog eens bovenop, en daarnaast heeft men het idee dat het slachtoffer misschien wel was vergiftigd met een ontraceerbare gifstof…
Nú al hoofdbrekens
De politie is nu van plan om DNA te verzamelen, om de identiteit van de man 70 jaar na dato alsnóg te achterhalen, om de zaak zo op te lossen. Dat wordt wel knap lastig, want het lichaam van de man is bij het begraven gebalsemd. De chemicaliën die daarbij gebruikt zijn, bezorgen onderzoekers nú al hoofdbrekens.
De hoofdinspecteur belast met het onderzoek zegt desondanks te hopen dat de oplossing nu binnen handbereik is: “De Somerton-man is niet zomaar een curiositeit. Hij is iemands vader, zoon of broer. Daarom doen we dit.”
